SV | Toen gedacht Jozef aan de dromen, die hij van hen gedroomd had; en hij zeide tot hen: Gij zijt verspieders, gij zijt gekomen om te bezichtigen, waar het land bloot is. |
WLC | וַיִּזְכֹּ֣ר יֹוסֵ֔ף אֵ֚ת הַחֲלֹמֹ֔ות אֲשֶׁ֥ר חָלַ֖ם לָהֶ֑ם וַיֹּ֤אמֶר אֲלֵהֶם֙ מְרַגְּלִ֣ים אַתֶּ֔ם לִרְאֹ֛ות אֶת־עֶרְוַ֥ת הָאָ֖רֶץ בָּאתֶֽם׃ |
Trans. | wayyizəkōr ywōsēf ’ēṯ haḥălōmwōṯ ’ăšer ḥālam lâem wayyō’mer ’ălēhem məragəlîm ’atem lirə’wōṯ ’eṯ-‘erəwaṯ hā’āreṣ bā’ṯem: |
Toen gedacht Jozef aan de dromen, die hij van hen gedroomd had; en hij zeide tot hen: Gij zijt verspieders, gij zijt gekomen om te bezichtigen, waar het land bloot is.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen gedacht Jozef aan de dromen, die hij van hen gedroomd had; en hij zeide tot hen: Gij zijt verspieders, gij zijt gekomen om te bezichtigen, waar het land bloot is.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!